zondag 25 maart 2012

Polzeriana, 1999. Huldiging Drs. P in de Antwerpse academie


Dat ook heel wat beeldend kunstenaars vertrouwd zijn met het oeuvre van Drs. P werd aangetoond in de tentoonstelling Polzeriana*, ingericht ter gelegenheid van Heinz Polzer's 80ste verjaardag in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. In de wintertuin van de eeuwenoude kunstschool stonden eind 1999 een vijftigtal sculpturen, foto's, schilderijen, objecten en installaties opgesteld van uiteenlopende kunstenaars als Henrik Barends, Mark Bosselaers, Albert Daniels, Griet De Bock, Goele De Bruyn, Jaak De Koninck, Jan De Smet, Jan Eyskens, Harry Heirmans, Guy Rombouts, Herman Selleslags, Luc Tegenbos, Peter Van Eyck en Luc Van Soom. Alles uiteraard in verband met de teksten en/of de persoon van Drs. P.

Er werden drie edities gepresenteerd: Aanbieding sigaren van Mark Bosselaers, het Muzikaal portret van Drs. P door Jan Eyskens en 25x25 Polzer door Jaak De Koninck.

Muzikaal portret van Drs. P
Jan Eyskens bewerkte een foto van Drs. P met kleur en koolstoflijnen, zodat je er elektronische klank mee kunt produceren en dus ook muziek maken. Het geluid ontstaat door met de elektrische draad tussen de lippen van Drs. P de koolstoflijnen af te tasten op het portret. De toonhoogte varieert met het raakpunt en het geluid lijkt wat op dat van een theremin. Energie wordt geleverd door twee batterijtjes op de achterzijde.



Jan Eyskens (°1946, Antwerpen) begon als schilder maar stapte spoedig over op meer technologische en handwerkelijke kunstvormen. Hij bouwde perspectivische kijkkasten voor waarneming in 3D, cinematografische toestellen, een vlieger voor luchtfotografie, een geabstraheerde koekoek die werkt op zonnecellen en andere werken waarin elektronica en handwerk samengaan. Zijn fotografisch werk is geregeld te zien in de Antwerps-Nederlandse fotogalerie Baudelaire.

25x25 Polzer
Een bundeltje van 25 biljetten van 25 Polzer, uitgegeven door de Banque financière en gedrukt op echt biljetpapier. Project en realisatie door Paul Ilegems en Jef Meert. Het formaat is naar hedendaagse norm vrij groot (9,5x17,5cm), ongeveer als de Franse biljetten uit de pre-eurojaren. Gepresenteerd in een wit doosje met genummerd en gesigneerd certifikaat.




Op de voorzijde aquerelleerde De Koninck een portret van Drs. P voor een rivier met veerpont. De naam Banque financière is door Drs. P bedacht en hij signeerde ook als schatbewaarder. Het nummer van het biljet is zijn geboortedatum (24 08 1919 te Thun) van achter naar voor. Daaronder als waarmerk het Zwitsers kruis in blinddruk.


De achterzijde laat twee wolven zien in de Russische steppe met op de achtergrond de stad Omsk. 'Ars celare artem' betekent 'het is de kunst, de kunst te verbergen'. 'Artum' in plaats van 'artem' is geen taalkundige maar een artistieke vrijheid.

De Polzer stond anno 1999 op ongeveer 8 Bfr of 20 eurocent, maar ingevolge de bankencrisis en de zucht naar waardevaste middelen is de koers al flink gestegen. Anno 2011 wordt een biljet van 25 Polzer begroot op een tegenwaarde van 12 tot 16 euro, naar gelang de regio. De munt wordt in boekhandels en horecazaken waar men Drs. P kent vlot aanvaard. Kleinere coupures zijn niet beschikbaar.

De Brusselse kunstenaar Jaak De Koninck (°1950, ook Jack Leroy) verwierf bekendheid als kapitein van de Starbrook Airlines, een luchtvaartmaatschappij met een uitgesproken voorkeur voor de Constellation  van Lockheed, de Douglas DC-3 tot DC-6 en de Stratocruiser van Boeing, met bijhorende piloten, stewards en luchtwaardinnen.
Voor Starbrook Airlines schilderde Jaak De Koninck talloze passagiersvliegtuigen uit de pre-jetjaren op formaten gaande van een postzegel tot een straataffiche. Hij schilderde ook op gebogen aluminiumplaten waarmee vliegtuigen worden bekleed. Van de luchthaven van Zaventem kreeg hij opdracht om de vertrekhal op te sieren met een reeks grote vliegtuigschilderijen.
Van Starbrook Airlines zijn ook postkaartjes en postzegels, Starbrook-chocolade, Pilot Beer en andere taxfree shopartikelen bekend. In de Antwerpse Wiegstraat opende hij een Starbrook-chocoladewinkel. De naam 'Starbrook' is afgeleid van Sterrebeek, een dorp vlakbij Zaventem waar hij het grootste deel van zijn leven woonde.

Openingswoord
“Beste aanwezigen (dames en heren dus), dit is een viering, of meer zelfs: een feest. Thans loopt deel I van de festiviteitenlijst. Straks bent u blij dat u hier bent geweest. Voorwerp van feestgewoel, hier in de zaal ergens, heet doctorandus, of Polzer, of P. Noem hem wat mij betreft reverendissimus, of kortweg Heinz ook, daar zit hij niet mee. Om hem te vieren dus, deze tentoonstelling: beeldende kunst voor de literatuur. Dat mag eens wezen, want ontegenzeggelijk zien we meest omgekeerd: tekst voor sculptuur. Schilders en beeldhouwers scheppen in eenzaamheid, lijdzaam en smartelijk, in 't atelier. Lotgemeenschappelijk is slechts de radio, die hen verbindt bij hun moeizaam métier. BRT 1 of zo (liever geen popzender) - en wat vernemen zij? Klanken van P. Dat brengt verademing! Expressionistische kwel en tumulten verzwinden ermee. Hemels pianospel: Polzer, Klaviermeister. Sobere middelen, grootscheeps effect. Hoor dan Earl Heinz, deze hartslagversnellende, fantasmagorische klankarchitect. Des werelds bloeiende amusementssector brengt ons bedroevend veel zinloos gedreun. Onherbeluisterbaar! Idiotissimo! Mijnerzijds klinkt dan een pijnlijk gekreun: Godsalmeliefhebbe! Zet eens wat Polzer op! Die is nog grappig, vertelt nog een mop! Verder bij hem ook geen didgeridooklanken (al moet ik zeggen: soms lijkt het er op). Bravo, bravissimo! Vorst der plezierdichters! Trooster der Belgen, verdrietig van Claus! Polzer, met krachtige hilariteitsfactor! Ook aan de Schelde klinkt blijvend applaus. Zaterdagmiddagbeeld: ergens een schooljongen leest Lyriana, te bed met een griep. 't Meisje in 't bos, bij haar botaniseertrommel: zachtekens neuriet zij Winschoterdiep. Nu wij hier samen zijn - zal ik een hint geven? 't Is een gerucht slechts, maar spectaculair... Teksten van P werken bijslaapbevorderend! Beter dan mosselen, selder, fruit de mer...
"Ophouden, Ilegems! Iedereen weet het al: Polzer is schitterend, schrijf dat op 't bord." Néé! Want ik heb nog een ollekebolleke! Laat me nog even, ik hou het wel kort: Heinz de plezierdichter schonk ons een liederkrans zoals nooit eerder een sterveling schiep. Straks klinkt als lof voor de Algoedertierene geen halleluja, maar tsjiep tsjiep tsjiep tsjiep.”


Paul ILEGEMS
nov 2011

 *Polzeriana verwijst naar Kreisleriana van E.T.A. Hoffmann, een verhaal over de wereldvreemde componist Kreisler, die ook terugkeert in Leven en opvattingen van Kater Murr. Schumann's beroemde pianostuk Kreisleriana is erop gebaseerd. Schumann zag Kreisler als tegelijk de sublimatie en de karikatuur van de romanticus.


















(De Morgen, 14 dec 1999)


Paul ILEGEMS
dec 2011

zondag 18 maart 2012

Te voet door de Hel met Drs. P


De meesterwerken van de wereldliteratuur komen in twee soorten: de boeken die iedereen gelezen heeft en hoog in het hart draagt, en die waarvan iedereen zegt : "Ik heb het meer dan eens geprobeerd, maar er is echt geen doorkomen aan."
Een voorbeeld van deze tweede soort is de Divina Commedia van Dante, een driedelig werk dat in 14.233 versregels het relaas brengt van Dante's bezoek aan de Hel, de Louteringsberg en het Paradijs. Onmisbare lectuur voor wie zich wil verdiepen in de middeleeuwse theologie of in de politieke strubbelingen van Firenze rond 1300. Maar als je daar minder interesse voor hebt ligt het wat moeilijker. Je leest zoiets ook niet in het Italiaans, hoe warm dat ook wordt aanbevolen. Toch voelen vandaag nog talloze lezers zich door Dante's ruim 700 jaar oude meesterwerk aangetrokken. Vooral de Hel ligt goed in de markt, met niet minder dan vier recente Nederlandse vertalingen. Lectuur van de twee andere delen wordt als facultatief beschouwd. Wie over de Divina Commedia praat, heeft het eigenlijk over de Hel.
Tot de verbeelding spreken vooral de vele folteringen die de verdoemden daar wachten. Folteringen die steeds erger worden, naarmate je dieper afdaalt. De Hel is ingedeeld in concentrische cirkels die een soort trechter vormen, ongeveer zoals een steengroeve of kopermijn, die je ook niet voor je plezier bezoekt. Een Toren van Babel, maar dan ondersteboven. De trechter gaat helemaal tot de kern van de aarde. Er heerst dus zeker geen plaatsgebrek. Op het diepste punt zit de grootste zondaar van allemaal: Lucifer.

Maar al herleid je de Divina Commedia tot alleen de Hel, dan blijft het nog een hele boterham, en wie een lang verhaal kort wil maken kan zich best bij Drs. P aanmelden. Diens dichtwerk Mijn reis met Dante door de Hel uit 2003 volgt vrij getrouw de 34 zangen van Dante's Inferno, maar dan gezien uit het oogpunt van Dante's gids, de dichter Vergilius. Vandaar dat Drs. P zijn Reis met Dante presenteert als de vertaling van een onbekend gebleven Latijnse tekst.

Ik had de Hel destijds al eens bezocht
Erichtho immers had me aangezet –
Nu ja, te lang om over uit te weiden

Als kenner had ik dus een soort brevet
Om Dante vakbekwaam te begeleiden
Zoals u reeds begrepen hebben zult

Ik wou hem niet volledig voorbereiden
Op foltering, ontreddering, tumult –
Op spookgestalte, demon en gedrocht

Moest hij die schrik bij voorbaat ondergaan?
Dat deed ik hem toch liever maar niet aan

Als oude Romein is Vergilius volstrekt niet op de hoogte van ecclesiastische achtergronden en andere danteske rompslomp, en hij toont er ook nergens belangstelling voor. De ketter Vergilius, duidelijk een alter ego van Drs. P, houdt zich strikt bij het feitelijke relaas van de excursie, en draagt er zorg voor dat je blijft doorlezen. Zo is deze versie van Dante's Hel beslist de meest toegankelijke die ooit het licht zag.

Oogrijm
Als versvorm koos Drs. P voor het onzijn (rijmschema : abc / bcd / cda / ee), dat met Polzeriaanse nauwgezetheid wordt toegepast, en nog wel in oogrijm. Oogrijm, jawel, u leest het goed. Het houdt in dat de rijmwoorden, behalve exact hetzelfde klinkend, ook visueel moeten accorderen. ‘God’ blijft rijmen op ‘gebod’, maar niet meer op ‘lot’, terwijl dat toch handig uitkwam. 'Baard' rijmt niet langer op 'staart', 'refrein' niet op 'konijn', en ‘cadeau’ niet op ‘maillot’ of ‘tournedos’. Aan een rijmwoordenboek heb je dus niet veel meer, als oogrijmdichter. Je kunt het al net zo goed bij het oud papier zetten. In andere talen slaat het oogrijm nog verwoestender toe. 'Don’t be vague, ask for Haig’ klinkt perfect, maar als oogrijm is het een vloek. Zelfs ‘Du pain, du vin, du Boursin’ zal de oogrijmer met spijt in ’t hart in de prullenmand mikken.
Vanzelfsprekend is Drs. P niet alleen de schepper van het oogrijm, maar ook de enige op aarde die het toepast. Eigenlijk zat het er aan te komen, want wie zijn oeuvre overschouwt valt op dat hij zich met de jaren steeds hogere eisen ging stellen. Waar hij in zijn nog studentikoze 'Zang- en leesboekje voor belangstellenden' uit 1953 'sterren' onbekommerd laat rijmen op 'parterre', 'blèren' en 'carrière', ontwikkelde hij zich kort daarop als een voorvechter van de uitgangs-n, die een vers als
Let op! U moet bij felle koude
Het lichaam in beweging houden
Heerst daarentegen felle hitte
Dan kunt u beter blijven zitten
ontoelaatbaar vond. En dit in een land waar dichters al lang blij zijn als hun verzen hier en daar nog zo’n beetje assoneren... Dat hij uiteindelijk bij oogrijm zou aanlanden, viel haast te voorspellen. Het mooie aan oogrijm is vooral dat de vlotte lezer het niet eens opmerkt.

Klassiek, maar kort
Het is niet de eerste keer dat Drs. P een klassieker uit de wereldliteratuur herwerkt. In Greep uit de boekenkast, verschenen in 2002 als eindejaarsgeschenk van Querido uitgevers, resumeerde en becommentarieerde hij in 94 ollekebollekes auteurs als Julius Caesar en Karl Marx, Freud en Sade, Flaubert en Cervantes. Leest u maar even mee:

Spaanse romanfiguur
Zelfverklaard edelman
Met een soort schildknaap
En op een soort paard

Werd door zijn schromelijk
Amateuristische
Heldenverrichtingen
Wereldvermaard


Honderden pagina’s!
Klauwaerts en Leliaerts!
Voetvolk hakt ridders
Finaal in de pan

Boogschuttersactie en
Hellebaardiersgedoe
Hendrik Conscience -
Die kon er wat van


Saaie provincieplaats
Emma, een doktersvrouw
Vindt voor haar echtgenoot
Een remplaçant

Wordt in haar inkopen
Onverantwoordelijk
Maakt grote schulden –
Tot slot zich van kant


Ook nog in 2002 verscheen van hem De Odyssee, integraal naverteld in 79 ollekebollekes. Bij een zodanig gecomprimeerde synopsis denkt men wellicht aan een karikatuur, maar dat is Polzer's Odyssee geenszins, en de Reis met Dante door de Hel evenmin. Er wordt niets vertekend of belachelijk gemaakt. Het is alleen beknopt, uitzonderlijk beknopt, al telt de Reis toch nog 2.420 versregels.

Naar het middelpunt der aarde
Vergilius kent de Hel goed, want hij had ze al eens bezocht en woont er bovendien, voor eeuwig en altijd, al heeft hij niets misdaan. In tegenstelling tot Dante, voor wie alles nieuw is, weet hij dus opperbest hoe het daar beneden toegaat. Maar liever dan zijn gezel te waarschuwen, laat hij hem als een goede leermeester alles zelf ontdekken:

Hij wist nog niet wat hem te wachten stond
Daarover hield ik wijselijk mijn mond


Vergilius woont in de bovenste kring, die der ongedoopten. Dat hij het doopsel niet ontving kon hem nochtans niet kwalijk genomen worden, aangezien hij in 19 voor Christus overleed. Maar ja, zijn ziel moest érgens huizen.
De limbo (zo heet die bovenste kring) is beslist geen onaangenaam verblijf. Er staat een kasteel met rondom een lieflijk riviertje, waar je overheen kunt wandelen als was het vaste grond. Het is er licht en rustig, en je ontmoet er de grote figuren uit de oudheid die eveneens zonder doopsel door het leven moesten: dichters als Homerus en Horatius, filosofen als Zeno en Seneca, wetenschappers als Ptolemaeus en Euclides. De kwelling die zij ondergaan is louter psychisch van aard, maar daarom niet minder hels: zij zijn tot de vaststelling gekomen dat er een veel mooier hiernamaals is, het Paradijs, een plek waar zij als ongedoopten helaas nooit toegang zullen krijgen. Zij blijven dus volstrekt zonder hoop vervuld van een eeuwig verlangen.

Vanaf de tweede kring beginnen de fysieke kwellingen. Hier zitten de wellustigen, die eindeloos worden meegesleept in een loeiende storm. De twee vrienden treffen er de diep verdorven Cleopatra aan, maar ook de mooie Helena, die het in principe toch niet helpen kon dat zij door Paris werd gekidnapt. Vergilius lijkt de katholieke denktrant inzake zondigheid niet altijd goed te vatten, en meer dan eens vindt hij de strafmaat overdreven. Zijn antieke zienswijze is vergeleken bij Dante eigenlijk heel modern.
Naarmate ze dieper in de hel afdalen valt Dante van de ene ontzetting in de andere, terwijl het commentaar van Vergilius vrij laconiek blijft. Hij maakt zich vooral zorgen over zijn kameraad, die af en toe zelfs flauw valt van alteratie. Tegelijk denkt hij met nauw verholen binnenpret aan de verschrikkingen die nog komen moeten.
Bij de ketters gekomen raakt Dante aan de praat met allerlei bekenden uit Firenze, die liggen te branden in half geopende graftomben.

Het werd mijn vriend steeds treuriger te moe
Er viel ook niets te lachen, geef ik toe


Nog wat dieper zitten de geweldplegers die baden in een rivier van kolkend bloed en vanaf de wal bestookt worden met pijlen. Om aan de stank te wennen verpozen ze even:

Wij gingen zitten. Ach... een beker wijn
Zou ons heel goed van pas gekomen zijn


Even later rijst uit de diepten een gevleugeld reptiel op om hen op te halen, en op de rug van deze helse taxi dalen ze af naar de kring der bedriegers. Hier treden voor het eerst de duivels op, die hun slachtoffers ranselen met zwepen. Het stuit Vergilius tegen de borst dat ook de koppelaars deze behandeling moeten ondergaan, en hij neemt het voor hen op:

‘Waar hebben zij dit alles aan verdiend?
Ze waren hoerenbazen, souteneurs
Personen die, afstandelijk bekeken

Slechts makelaars zijn op de liefdesbeurs
Het zal hun aan fijnzinnigheid ontbreken
Maar bijna deugdzaam zijn ze (dunkt me wel)

Met moordenaars en rovers vergeleken
Toch zitten ze veel lager in de Hel...
Uw zedenleer is ongerijmd, mijn vriend!'

Ik uit me liever niet zo ideëel
Maar ja - dit werd me af en toe te veel


Ze treffen er ook Jason aan, wat voor Vergilius aanleiding is om zijn reisgenoot de hele historie van het Gulden Vlies voor de ogen te toveren, de fantastische avonturen van de Argonauten op de Middellandse zee, en de monsterlijke wraakzucht van Medea. Vergilius bewonderde het vierdelige epos Argonautika van de Griekse dichter Apollonius, geschreven rond 250 voor Christus, en zijn Aeneis is er op geïnspireerd.
Het mythologisch intermezzo neemt niet minder dan 40 onzijnen in beslag, zodat Dante (en de lezer met hem) haast vergeet dat hij zich in de Hel bevindt. Tegen het eind is Vergilius er zelf moe van, en bekruipt hem de twijfel of hij niet wat te breedvoerig is geweest:

'Ik denk dat hij (al uitte hij geen klacht)
Een kortere vertelling had verwacht'


Weer wat dieper in de Hel treffen ze verdoemden aan die dobberen in een fecale brij. Anderen lopen met het hoofd achterstevoren gezet, of ondergaan keer op keer de meest fantasierijke verminkingen. Eén enkeling dwaalt rond met in de hand zijn eigen hoofd, dat hij bij de haren voor zich uit houdt, als was het een lantaarn. Dit wekt bij Dante de grootste deernis op, maar het hoofd blijkt een en ander te relativeren:

'Het zeulen met een hoofd kan moeizaam blijken
Maar stelt de eigenaar toch zonder meer
In staat om onder meubilair te kijken
Of over een niet al te hoge muur
Hetgeen zijn leven merkbaar zal verrijken'
Hierdoor werd Dante weer wat opgelucht
En uit het hoofd kwam slechts een diepe zucht

Uiteindelijk komen ze in de laatste kring. Van hellevuur is hier geen sprake meer, integendeel : het is een troosteloze ijsvlakte onder schemerlicht, waarin de verraders vastgevroren zitten - 'een situatie waar men nooit aan wende'.

'Er werd op deze vlakte niet geschaatst
Van ijspret spreken ware hier misplaatst'


Er staat een fikse, ijskoude wind, die veroorzaakt wordt door de metershoge vlerken van niemand minder dan Satan zelve. Zijn kolossale, dichtbehaarde lichaam rijst tot borsthoogte op uit het ijs. Hij heeft drie gezichten en dus ook drie monden, waarmee hij knabbelt op de ergste zondaars van allemaal, de verraders van hun eigen weldoeners. Eén van hen is natuurlijk Judas. Op dit punt gekomen haalt Vergilius opeens een welberaden krachttoer uit: hij neemt Dante op zijn rug, grijpt zich vast aan Satans vacht en daalt langs zijn lichaam af in de smalle doorgang tussen pels en ijs. Dan keert hij zich moeizaam om en klautert weer omhoog, zonder evenwel van richting te veranderen. Wat eerst naar beneden was, blijkt opwaarts te zijn geworden, en even later staan onze vrienden weer overeind op een rotsachtig terrein, waaruit ze de monsterlijke benen van Satan zien opsteken. Ze bevinden zich nu op de onderzijde van het noordelijk halfrond, waar zich de Louteringsberg verheft. Geduldig legt Vergilius zijn verbouwereerde metgezel uit hoe de vork in de steel zit:

'Wij kwamen langs het middelpunt der Aarde
En ondergaan nu weer de zwaartekracht
Het zit heel logisch in elkaar, mijn waarde'
(Waarbij ik heimelijk het mijne dacht)
Hij knikte, maar begreep het niet zo vlot



Mijn reis met Dante door de Hel is geïllustreerd met tekeningen van de Italiaanse kunstenaar Sandro Botticelli. Zijn werk is van een niveau dat je heden ten dage nog zelden ziet. Hij probeerde ook Satan's bizarre positie in het middelpunt der aarde te verduidelijken. Maar om het helemaal precies te vatten moet je eigenlijk een Middeleeuwer zijn.


Heinz Polzer's herwerking van de Divina Commedia van Dante verscheen in 2003 bij Atheneum-Polak & Van Gennep.
Een eerdere versie van bovenstaand artikel verscheen in 2004 op theartserver.org


Paul ILEGEMS
mei 2012

zondag 11 maart 2012

Compilé Complé: acht cd's van Drs. P



Heinz Polzer op het 'Salon van de Onafhankelijkheid'
Antwerpen, maart 1994

Gisteravond, maandag 23 april 2012, werd Drs. P uitvoerig gevierd in de Kleine Komedie te Amsterdam. Aanleiding was de presentatie van Compilé Complé met acht cd’s waarop tegen de tweehonderd liedteksten, allemaal van Heinz Polzer en ook allemaal eigenstemmig door hem vertolkt. Zoiets noemt men met recht een mijlpaal. 
Jammer, dat deze Zwitser in Amsterdam woont en de laatste tijd wat minder reislustig is, want ook in België zou hij op een stevig feestje mogen rekenen. Maar het lukt ook wel zonder zijn tastbare aanwezigheid, en met nauwelijks minder bijval, zoals Jan De Smet bewees in de Mechelse boekhandel 'De Zondvloed', waar hij in augustus 2009 een avondvullend programma presenteerde ter viering van Polzer’s negentigste verjaardag. Jan was uiteraard ook van de partij in de Kleine Komedie, waar hij samen met Fay Lovsky een nummer uit het uitgebreide Polzerrepertoire vertolkte. Zo deden ook Erik van Muiswinkel, Gerard Cox, Jan Rot, het trio Don Quishocking en vele andere bekende figuren uit de Nederlandse lied- en kabaretwereld.

Werd ooit iemand zó gevierd als Drs. P? Waar hij ook verschijnt is hij de vedette van de dag - het gebeurt vanzelf. Op 14 oktober 2006 betrad hij het podium van het Antwerpse Zuiderpershuis voor een interview met Piet Piryns, in het kader van de alternatieve boekenbeurs Het andere boek. Aanleiding was de presentatie van België-Zwitserland (Manteau). De zaal was tot de nok gevuld en tot een eind voorbij de deuropening verdrongen zich de laattijdigen in de hoop nog een paar treffende en/of gedenkwaardige formuleringen van de Doctorandus op te vangen. Waarop hij na nog een signeersessie weer afreisde naar Amsterdam in de witte limousine waarin hij gekomen was.

Minstens even enthousiast ging het toe in november 1997, toen Drs. P als eerste de Blijvend Applaus Prijs ontving, wat gepaard ging met een feestavond in dezelfde mooi-ouderwetse en knusse zaal van de Kleine Komedie in Amsterdam, met op het podium de bekendste namen van de Nederlandse lied- en kabaretwereld. Adèle Bloemendaal zong er Polzer's beroemde en ultrasimplistische karnavalsstamper met als voornaamste tekst de prangende vraag Wat heb je gedaan, Daan? Waar kom je vandaan?, Kees Torn vertolkte er o.m.zijn sigarenlied, en Ivo de Wijs en Pieter Nieuwint brachten op de tonen van Rule, Britannia met veel Schwung een feestlied met als dienstdoende tekst Hoog de glazen, voor Drs. P.

Acht cd's in een LP
Compilé Complet heeft verrassend het formaat van een dikke LP-hoes waar acht cd's zijn ingeschoven. Toelichtende teksten zijn van Michèle de Jong (de nieuwste ollekebollekesman), Jacques Klöters, Pieter Steinz en Vic van der Reijt. Tussen de tekst staan afbeeldingen van alle platen en plaatjes die van Drs. P werden uitgebracht, zodat de gretige verzamelaar een mooi overzicht heeft van wat hij allemaal niet bezit en waarschijnlijk nooit meer zal aantreffen. Toen ik enkele jaren geleden in een Amsterdamse oudeplatenwinkel aan de kassa informeerde of ze ook iets hadden van Drs. P riep de eigenaar mij van achter in zijn zaak op gekwelde toon toe: "Hadden we dat maar!"
De editie was snel uitverkocht maar al in oktober 2012 opnieuw op de markt, nu in een heel andere, wat handzamere gedaante die zich smaakvol laat inpassen in elke boekenkast.

Compilé Complet geeft met 145 studio-opnames en nog eens 35 alleen in live-uitvoering bestaande nummers een heel behoorlijk idee van Polzer's vocale oeuvre. Maar uitgever Vic van der Reijt voegt er meteen aan toe dat dat oeuvre veel groter is. Hetzelfde geldt voor zijn gepubliceerde teksten, zowel verzen als proza, die zijn literair oeuvre vormen. Talloze gelegenheidsteksten en -liederen van de Doctorandus wachten nog op inventarisatie.
Eén voorbeeld kan ik hier alvast nader documenteren: op zondagmiddag 21 mei 1989 gaf Drs. P een optreden ten beste in het Antwerpse Hessenhuis, in het kader van de Tweede Biënnale van Kunstscholen van Europa die werd georganiseerd door de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen. Het nummer dat hij speciaal voor het evenement had geschreven heette Les beaux arts en liep als volgt:

Hier zit ik voor een uitgelezen schaar
In dienst van wat wij noemen les beaux arts
Wij weten allen wat dat is, nietwaar?
Dat leerden wij in 't eerste cursusjaar
De kunst verschaft - ik zeg het dan toch maar -
Vooral genot aan haar beoefenaar
Maar staat ook vaak daarbuiten in de gunst
En tevens bij zichzelf, want l'art pour l'art

Dit onderwerp is wel een mer à boire
En ik beroer wellicht een tere snaar
Bij 't noemen van mansarde en lang haar
Absinthe, de vrije liefde, de flambard
Maar ach, dat is voorbij, dat is histoire
We kennen nu de marktveroveraar
Die poenig zelfgenoegzaam knoeit en klunst
En alles onder 't motto l'art pour l'art

"Dit is gezever," morren er een paar
"Hoe haalt hij al die onzin bij elkaar?
Die man is een verouderd exemplaar
We zijn ontgroeid aan Rubens en Renoir
En als het kunst heet, is het kunst; ziedaar
Zolang het duur betaald wordt, geen bezwaar
In hoge lagen is de lucht het dunst
En ook de handelaar zegt: l'art pour l'art

0 menigte, wat is uw commentaar?
Of bent u met uw oordeel nog niet klaar?
Ja, kunst omschrijven is een hele kunst
En daarbij heeft men niets aan l'art pour l'art

Voorts zijn er nog de correspondentieverzen, de geïmproviseerde verzen in radiogesprekken en de vaak zeer vindingrijke berijmde opdrachten die hij vlotjes produceerde in boekhandels of na zijn optredens. Wie dit alles wil achterhalen zal moeten beginnen met via alle beschikbare media een oproep te richten tot de bevolking van Nederland en Vlaanderen, strekkend tot in de kleinste uithoeken en gehuchten. Want de spreiding van Polzer in het Nederlandstalige deel van de wereld is groter dan die van om het even welk ander serieus te nemen auteur. Vele Polzeruitgaven liggen dus nog in 't verschiet, tot plezier van de talloze liefhebbers.

Paul ILEGEMS
nov 2012

zondag 4 maart 2012

De Afschuwelijke Terugkeer van de Zoon van Drs. P

'Kijkvoer en leesgenot', een ollekebollekesboek van Drs. P en Michèl de Jong


Afwijkend gedrag komt voor in alle werelddelen, bij alle bevolkingsgroepen. Als Cornelis Drebbel anno 1620 in een boot met twaalf man aan boord van de Tower Bridge naar Greenwich was gevaren zou hij geen afwijkend gedrag vertoond hebben. Maar hij deed het onder water, en dat viel op. Edward Witten vertoonde afwijkend gedrag toen hij vooropstelde dat het universum een kwestie van trillende snaren is. Het afwijkend gedrag van Marcel Proust kwam aan het licht toen hij besloot zijn leven stil te zetten om voortaan alleen nog terug te blikken op wat hij zoal had beleefd.

Zelfs bij dichters, toch een vrij homogene groep, komt afwijkend gedrag voor. Zo heb je dichters die ollekebollekes schrijven. Het zou allemaal nooit gebeurd zijn, als er Drs. P niet was. De beschuldigende vinger kan alleen naar hem wijzen. Hij is weliswaar niet de stichter, maar de aanstichter van het ollekebolleke, wat eigenlijk nog erger is. Ongeveer zoals Lenin de aanstichter was van het communisme. Drs. P is de ollekebollekesman, de Godfather van het ollekebolleke, en hij heeft zonen, vele zonen en zelfs hier en daar een dochter, die allemaal ollekebollekes schrijven. Daar valt niet onderuit te komen. We zullen met het ollekebolleke moeten leren leven. It’s here to stay.

De tot dusver jongste telg van de beroemde Doctorandus heet Michèl de Jong, geboren in 1984 te Groningen. Samen met zijn geestelijke vader publiceerde hij onlangs ‘Kijkvoer en leesgenot’, een boek met zegge en schrijve liefst 249 ollekebollekes, telt u maar na. En dit slechts twee jaar na het standaardwerk 'Zeslettergrepigheid' met 500 ollekebollekes van Drs. P. Wie zou nog betwijfelen dat het ollekebolleke in volle expansie verkeert?

Eer we tot bespreking overgaan moet worden verduidelijkt wat een ollekebolleke is. Zo is bij elke tekst over ollekebollekes het goede gebruik. Lezers komen immers in twee soorten: zij die teksten over ollekebollekes lezen en zij die die meteen overslaan. De tweede kategorie blijft verder buiten beschouwing. Zelfs de vraag of zij er al dan niet verstandig aan doen, ollekebollekes te negeren, laat ik in het midden.
Maar nu blijken de lezers van de eerste kategorie ook weer uiteen te vallen in twee groepen: zij die weten wat een ollekebolleke is maar het niet kunnen onthouden, en zij die ’t foutloos in hun geheugen hebben opgeslagen. Laatstgenoemden zullen wat hier volgt zonder schade ongelezen laten.

Bij de slechte onthouders is proefondervindelijk vastgesteld dat zij ook na voor de vierde of vijfde keer vernomen te hebben wat een ollekebolleke is, dit nog steeds niet kunnen navertellen. Hoe dat komt wordt verklaard als een afwijking die dubbele dactylusdoofheid wordt genoemd. Alles wijst op een genetisch defect, met als parallelle symptomen het niet opmerken van aliteraties en het schrijven van rijmende volzinnen.
Lijdt ook u aan dubbele dactylusdoofheid? Om dat uit te zoeken doen we een eenvoudige test. Bedenk even wat u opvalt in onderstaand lijstje:

Business as usual
Kamer van koophandel
Schat staat de Bokma koud?
Frankfurter Buchmesse
AVA-papierwaren

Zegt u: ’Het zakenleven? Allemaal dingen uit het zakenleven?’, dan zijn we er niet. Bij wijze van herkansing proberen we het nogmaals:

Omnia vanitas
Deus ex machina
Mixtum compositum
Taliter qualiter

Zegt u nu: ‘Het lijkt me Latijn, allemaal’ dan hebben we een ernstig probleem. Antwoordt u daarentegen met ‘mundus vult decipi’, dan zijn we waar we moeten zijn. Niet zozeer omdat u goed bent in Latijnse bon mots, maar omdat u doorhebt dat ‘Deus ex machina’ in gelijke pas loopt met ‘AVA-papierwaren’.
Eenmaal zover ontdekt u tot uw niet geringe pret overal dubbele dactyli: 'Jongens en wetenschap', 'Alice in Wonderland', 'Hollandse zuinigheid', 'Breakfast at Tiffany’s', 'Powell & Pressburger', 'Rodgers & Hammerstein, 'Gameboy & Playstation', 'Double Indemnity', 'Roken is dodelijk', 'Korting op coctailsaus!', 'Standaard der Letteren', 'Wonderlijk Afrika'...

Over naar de tweede proef. Wat hebben onderstaande straatnamen met elkaar gemeen?
Uiteraard gaat het hier weer om dubbele dactyli, maar er is meer, véél meer. Niet alleen zijn deze dubbele dactyli aaneengesmeed tot één woord, maar bovendien, en dit is het allerbelangrijkste, blijkt de tweede dactylus de zwaarste klemtoon te krijgen. Twee heel bijzondere kwaliteiten voor de ollekebollekologie, want daardoor worden deze woorden ollekebollekeswoorden. Zulke woorden moeten we hebben. Zonder ollekebollekeswoord is geen ollekebolleke mogelijk.
Om een ollekebolleke te maken zullen we dus drie soorten dactyli nodig hebben:
1) enkelvoudige dactyli;
2) dubbele dactyli;
3) één aaneengeschreven dubbele dactylus als hierboven, om in de zesde regel van het ollekebolleke te plaatsen.
Het is vooral de derde soort die wel eens verwarring sticht. Welke woorden zijn goede ollekebollekeswoorden en welke niet? Het ligt soms moeilijk. Maar een beetje bladeren door Kijkvoer & Leesgenot kan veel verhelderen. Daar ontmoeten we immers vele ollekebollekeswoorden, ja, zelfs méér dan er ollekebollekes zijn. Normale woorden als ‘onevenhoevigen’, 'lopendebandwerker', ‘waterafstotende’ en ‘leverancierskrediet’, maar ook ongewone, doorgaans zelfgefabriceerde woorden als ‘vederlichtzinnigheid’, ‘zwakkegeslachtsdelen’, ‘midzomernachtmerrie’, ‘achternamiddaguur’, ‘herentoiletwaartse’, ‘luchtstroombestendige' en zo meer. Honderden voorbeelden... Nu naar het Leesgenot! U weet voldoende, of toch ongeveer. Nog een paar andere onovertreedbare regels vertel ik een andere keer.

Of neen, toch nog even geduld... er blijft nog één vraag: waartoe dient het ollekebolleke?
Anders dan gewone poëzie heeft het ollekebolleke wel degelijk een nut. Drs. P heeft het over het aanscherpen van taalbeheersing, vindingrijkheid en metrumgevoel, wat op zich al voldoende zou zijn om van ollekebollekesschrijven een schoolvak te maken. Maar dan de inhoud! Filosofische leerstukken, geschiedkundige taferelen, kunsthistorische beschouwingen, de wonderen der wetenschap, de raadselen der natuur, het kan allemaal. Je zou kunnen stellen: de poëzie is hemels, het ollekebolleke aards.
Ampel citerend uit Kijkvoer & Leesgenot hoop ik een en ander te verduidelijken. Beginnen we bij de oudheid:

Handige regeling
(Ooit in de Nijldelta):
Farao nam daar
Zijn zuster tot vrouw
Dus geen gewriemel van
Overdevloerkomend
Aangetrouwd volk
In het fraaie gebouw
(Drs. P)


Eén heette Balthasar
Eén heette Melchior
Eén heette Caspar
En één heette Piet

(Deze had echter een

Zingendezaagconcert
Met zijn regering
En was er dus niet)
(Michèl de Jong)


'Of ik de weg hier weet?
Zo ongeveer toch wel
Moet u soms ergens naar toe
Met dat kruis?

Of is 't gewoon maar een

Oriëntatietocht?
Golgotha, zegt u?
Daar is het niet pluis...'
(Drs. P)


Wat leert de bijbel ons?
Als het vakantie is:
Boek een hotel
En voorkom bovenal

Dat u met kerstmis in

Kraamhulpbehoevende
Toestand belandt
In een tochtige stal
(Michèl de Jong)


'Hier komt een afscheiding –
Muur, wal of wat dan ook
Dat wordt de grens
Van ons eigen terrein

Die is normaliter

Onoverschrijdelijk
Voor de barbaren'
Sprak streng een Romein
(Drs. P)

Een onderwerp dat zich niet leent tot een ollekebolleke bestaat niet. Zou iemand toch zo'n onderwerp aanwijzen, dan zou daar meteen een ollekebolleke over gemaakt worden.

Eens - ach! - verliet zij mij
Nu, in de ochtendkrant
Lees ik haar naam
Met bewogen gemoed

Zij viel ten prooi aan een

Seriemoordlustige
Straatpredikant uit Zaltbommel
Net goed
(Michèl de Jong)


Onderwerp: mondvoorraad

Uiterst noodzakelijk
Voor uw bestaan
Op de lange termijn

Kent u dit heerlijke

Tiramisurecept?
Ja, overleven
Kan aangenaam zijn
(Michèl de Jong)


'Waar ben ik nu beland?

Kleinere habitat!
Wacht eens... Het water
Dat mij thans omgeeft

Is onderhevig aan

Temperatuurstijging!
Wat is hier gaande?'
Zo peinsde een kreeft
(Michèl de Jong)

Een apart luik in Kijkvoer en Leesgenot is gewijd aan de in ollekebollekeskringen veel beoefende zichtkaartcorrespondentie. Het beeld is meestal het uitgangspunt en zuigt het ollekebolleke aan:

(Drs. P)

(Michèl de Jong)

Maar de allermooiste, die waar de liefhebbers het meest van genieten, zijn de ollekebollekes die het ollekebolleke zelf tot onderwerp hebben. In deze zelfbeschouwende, narcistische ollekebollekes laat Drs. P zich niet overtreffen:

Economiewoorden?
Oligopolie dan:
Topondernemingen
Delen de buit

Met oud en nieuw dus een

Oligopoliebol
Woordspeling. Flauw hoor!
Laat dat er maar uit


'Veel ontevredenheid!

In Beetsjoeanaland
Staan apothekers
Vaak bloot aan bedrog

Immers, door listige

Opodeldocnamaak...’
‘Nee, opodeldoc!’
‘Nu ja, wat dan nog?’


‘Olleke bolleke’

(Kent u die aftelspreuk?)
‘Olleke bolleke
Olleke knol’

O, die meeslepende

Dactylometrische
Kinderlyriek...
Mijn gemoed schiet weer vol

Waarna we diepdoorvoeld instemmen met Michèl de Jong :

Conglomeratie. Ja
Onregelmatig. Goed
Wapengekletter
Vooruitgangsidee...

Ach, al die duizenden

Vijflettergrepige
Woorden zijn leuk
Maar wat moet ik ermee?


Paul ILEGEMS
dec 2011