zondag 4 maart 2012

De Afschuwelijke Terugkeer van de Zoon van Drs. P

'Kijkvoer en leesgenot', een ollekebollekesboek van Drs. P en Michèl de Jong


Afwijkend gedrag komt voor in alle werelddelen, bij alle bevolkingsgroepen. Als Cornelis Drebbel anno 1620 in een boot met twaalf man aan boord van de Tower Bridge naar Greenwich was gevaren zou hij geen afwijkend gedrag vertoond hebben. Maar hij deed het onder water, en dat viel op. Edward Witten vertoonde afwijkend gedrag toen hij vooropstelde dat het universum een kwestie van trillende snaren is. Het afwijkend gedrag van Marcel Proust kwam aan het licht toen hij besloot zijn leven stil te zetten om voortaan alleen nog terug te blikken op wat hij zoal had beleefd.

Zelfs bij dichters, toch een vrij homogene groep, komt afwijkend gedrag voor. Zo heb je dichters die ollekebollekes schrijven. Het zou allemaal nooit gebeurd zijn, als er Drs. P niet was. De beschuldigende vinger kan alleen naar hem wijzen. Hij is weliswaar niet de stichter, maar de aanstichter van het ollekebolleke, wat eigenlijk nog erger is. Ongeveer zoals Lenin de aanstichter was van het communisme. Drs. P is de ollekebollekesman, de Godfather van het ollekebolleke, en hij heeft zonen, vele zonen en zelfs hier en daar een dochter, die allemaal ollekebollekes schrijven. Daar valt niet onderuit te komen. We zullen met het ollekebolleke moeten leren leven. It’s here to stay.

De tot dusver jongste telg van de beroemde Doctorandus heet Michèl de Jong, geboren in 1984 te Groningen. Samen met zijn geestelijke vader publiceerde hij onlangs ‘Kijkvoer en leesgenot’, een boek met zegge en schrijve liefst 249 ollekebollekes, telt u maar na. En dit slechts twee jaar na het standaardwerk 'Zeslettergrepigheid' met 500 ollekebollekes van Drs. P. Wie zou nog betwijfelen dat het ollekebolleke in volle expansie verkeert?

Eer we tot bespreking overgaan moet worden verduidelijkt wat een ollekebolleke is. Zo is bij elke tekst over ollekebollekes het goede gebruik. Lezers komen immers in twee soorten: zij die teksten over ollekebollekes lezen en zij die die meteen overslaan. De tweede kategorie blijft verder buiten beschouwing. Zelfs de vraag of zij er al dan niet verstandig aan doen, ollekebollekes te negeren, laat ik in het midden.
Maar nu blijken de lezers van de eerste kategorie ook weer uiteen te vallen in twee groepen: zij die weten wat een ollekebolleke is maar het niet kunnen onthouden, en zij die ’t foutloos in hun geheugen hebben opgeslagen. Laatstgenoemden zullen wat hier volgt zonder schade ongelezen laten.

Bij de slechte onthouders is proefondervindelijk vastgesteld dat zij ook na voor de vierde of vijfde keer vernomen te hebben wat een ollekebolleke is, dit nog steeds niet kunnen navertellen. Hoe dat komt wordt verklaard als een afwijking die dubbele dactylusdoofheid wordt genoemd. Alles wijst op een genetisch defect, met als parallelle symptomen het niet opmerken van aliteraties en het schrijven van rijmende volzinnen.
Lijdt ook u aan dubbele dactylusdoofheid? Om dat uit te zoeken doen we een eenvoudige test. Bedenk even wat u opvalt in onderstaand lijstje:

Business as usual
Kamer van koophandel
Schat staat de Bokma koud?
Frankfurter Buchmesse
AVA-papierwaren

Zegt u: ’Het zakenleven? Allemaal dingen uit het zakenleven?’, dan zijn we er niet. Bij wijze van herkansing proberen we het nogmaals:

Omnia vanitas
Deus ex machina
Mixtum compositum
Taliter qualiter

Zegt u nu: ‘Het lijkt me Latijn, allemaal’ dan hebben we een ernstig probleem. Antwoordt u daarentegen met ‘mundus vult decipi’, dan zijn we waar we moeten zijn. Niet zozeer omdat u goed bent in Latijnse bon mots, maar omdat u doorhebt dat ‘Deus ex machina’ in gelijke pas loopt met ‘AVA-papierwaren’.
Eenmaal zover ontdekt u tot uw niet geringe pret overal dubbele dactyli: 'Jongens en wetenschap', 'Alice in Wonderland', 'Hollandse zuinigheid', 'Breakfast at Tiffany’s', 'Powell & Pressburger', 'Rodgers & Hammerstein, 'Gameboy & Playstation', 'Double Indemnity', 'Roken is dodelijk', 'Korting op coctailsaus!', 'Standaard der Letteren', 'Wonderlijk Afrika'...

Over naar de tweede proef. Wat hebben onderstaande straatnamen met elkaar gemeen?
Uiteraard gaat het hier weer om dubbele dactyli, maar er is meer, véél meer. Niet alleen zijn deze dubbele dactyli aaneengesmeed tot één woord, maar bovendien, en dit is het allerbelangrijkste, blijkt de tweede dactylus de zwaarste klemtoon te krijgen. Twee heel bijzondere kwaliteiten voor de ollekebollekologie, want daardoor worden deze woorden ollekebollekeswoorden. Zulke woorden moeten we hebben. Zonder ollekebollekeswoord is geen ollekebolleke mogelijk.
Om een ollekebolleke te maken zullen we dus drie soorten dactyli nodig hebben:
1) enkelvoudige dactyli;
2) dubbele dactyli;
3) één aaneengeschreven dubbele dactylus als hierboven, om in de zesde regel van het ollekebolleke te plaatsen.
Het is vooral de derde soort die wel eens verwarring sticht. Welke woorden zijn goede ollekebollekeswoorden en welke niet? Het ligt soms moeilijk. Maar een beetje bladeren door Kijkvoer & Leesgenot kan veel verhelderen. Daar ontmoeten we immers vele ollekebollekeswoorden, ja, zelfs méér dan er ollekebollekes zijn. Normale woorden als ‘onevenhoevigen’, 'lopendebandwerker', ‘waterafstotende’ en ‘leverancierskrediet’, maar ook ongewone, doorgaans zelfgefabriceerde woorden als ‘vederlichtzinnigheid’, ‘zwakkegeslachtsdelen’, ‘midzomernachtmerrie’, ‘achternamiddaguur’, ‘herentoiletwaartse’, ‘luchtstroombestendige' en zo meer. Honderden voorbeelden... Nu naar het Leesgenot! U weet voldoende, of toch ongeveer. Nog een paar andere onovertreedbare regels vertel ik een andere keer.

Of neen, toch nog even geduld... er blijft nog één vraag: waartoe dient het ollekebolleke?
Anders dan gewone poëzie heeft het ollekebolleke wel degelijk een nut. Drs. P heeft het over het aanscherpen van taalbeheersing, vindingrijkheid en metrumgevoel, wat op zich al voldoende zou zijn om van ollekebollekesschrijven een schoolvak te maken. Maar dan de inhoud! Filosofische leerstukken, geschiedkundige taferelen, kunsthistorische beschouwingen, de wonderen der wetenschap, de raadselen der natuur, het kan allemaal. Je zou kunnen stellen: de poëzie is hemels, het ollekebolleke aards.
Ampel citerend uit Kijkvoer & Leesgenot hoop ik een en ander te verduidelijken. Beginnen we bij de oudheid:

Handige regeling
(Ooit in de Nijldelta):
Farao nam daar
Zijn zuster tot vrouw
Dus geen gewriemel van
Overdevloerkomend
Aangetrouwd volk
In het fraaie gebouw
(Drs. P)


Eén heette Balthasar
Eén heette Melchior
Eén heette Caspar
En één heette Piet

(Deze had echter een

Zingendezaagconcert
Met zijn regering
En was er dus niet)
(Michèl de Jong)


'Of ik de weg hier weet?
Zo ongeveer toch wel
Moet u soms ergens naar toe
Met dat kruis?

Of is 't gewoon maar een

Oriëntatietocht?
Golgotha, zegt u?
Daar is het niet pluis...'
(Drs. P)


Wat leert de bijbel ons?
Als het vakantie is:
Boek een hotel
En voorkom bovenal

Dat u met kerstmis in

Kraamhulpbehoevende
Toestand belandt
In een tochtige stal
(Michèl de Jong)


'Hier komt een afscheiding –
Muur, wal of wat dan ook
Dat wordt de grens
Van ons eigen terrein

Die is normaliter

Onoverschrijdelijk
Voor de barbaren'
Sprak streng een Romein
(Drs. P)

Een onderwerp dat zich niet leent tot een ollekebolleke bestaat niet. Zou iemand toch zo'n onderwerp aanwijzen, dan zou daar meteen een ollekebolleke over gemaakt worden.

Eens - ach! - verliet zij mij
Nu, in de ochtendkrant
Lees ik haar naam
Met bewogen gemoed

Zij viel ten prooi aan een

Seriemoordlustige
Straatpredikant uit Zaltbommel
Net goed
(Michèl de Jong)


Onderwerp: mondvoorraad

Uiterst noodzakelijk
Voor uw bestaan
Op de lange termijn

Kent u dit heerlijke

Tiramisurecept?
Ja, overleven
Kan aangenaam zijn
(Michèl de Jong)


'Waar ben ik nu beland?

Kleinere habitat!
Wacht eens... Het water
Dat mij thans omgeeft

Is onderhevig aan

Temperatuurstijging!
Wat is hier gaande?'
Zo peinsde een kreeft
(Michèl de Jong)

Een apart luik in Kijkvoer en Leesgenot is gewijd aan de in ollekebollekeskringen veel beoefende zichtkaartcorrespondentie. Het beeld is meestal het uitgangspunt en zuigt het ollekebolleke aan:

(Drs. P)

(Michèl de Jong)

Maar de allermooiste, die waar de liefhebbers het meest van genieten, zijn de ollekebollekes die het ollekebolleke zelf tot onderwerp hebben. In deze zelfbeschouwende, narcistische ollekebollekes laat Drs. P zich niet overtreffen:

Economiewoorden?
Oligopolie dan:
Topondernemingen
Delen de buit

Met oud en nieuw dus een

Oligopoliebol
Woordspeling. Flauw hoor!
Laat dat er maar uit


'Veel ontevredenheid!

In Beetsjoeanaland
Staan apothekers
Vaak bloot aan bedrog

Immers, door listige

Opodeldocnamaak...’
‘Nee, opodeldoc!’
‘Nu ja, wat dan nog?’


‘Olleke bolleke’

(Kent u die aftelspreuk?)
‘Olleke bolleke
Olleke knol’

O, die meeslepende

Dactylometrische
Kinderlyriek...
Mijn gemoed schiet weer vol

Waarna we diepdoorvoeld instemmen met Michèl de Jong :

Conglomeratie. Ja
Onregelmatig. Goed
Wapengekletter
Vooruitgangsidee...

Ach, al die duizenden

Vijflettergrepige
Woorden zijn leuk
Maar wat moet ik ermee?


Paul ILEGEMS
dec 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten